Column: Kees - In de halve kring (6/13)

We zijn met twaalf tel ik wanneer we uitgenodigd worden de zaal binnen te gaan om in een halve kring plaats te nemen. Wat we allemaal braaf doen.
(Hier volgt deel 6 van 13.)

schedule 18 juli 2021
bookmark_border Columns
create

Al één week clean...

We komen één voor één binnendruppelen in het riante pand van Spoor6. Al voordat we de drempel overstappen, zijn we lotgenoten. Iedereen doet zijn best om zo normaal mogelijk over te komen. Althans dat vermoed ik.

Ogenschijnlijk vinden we het allemaal heel gewoon hier te komen opdagen. Daardoor ontstaat een soort surrealistische gezelligheid. ‘Hee zeg, jij ook hier? Ja joh die dekselse verslaving. Daar gaan we onze schouders eens flink onderzetten hoor.’ Zo wordt er in mijn oren heen en weer gebabbeld.

Een kaalhoofdige bonk met talloze tatoeages doet niet mee aan dit schouwspel. Hij zit strak in de hoek van een bank voor zich uit te staren. Zijn onderbeen wiebelt onophoudelijk heen en weer. Naast hem is een plek vrij, maar ik blijf liever staan. Als hij tot ontploffing komt, worden we allemaal weggeblazen.

Een jongedame met een vriendelijk gezicht vertelt vrolijk over haar uitgestelde vakantieplannen. Ze zegt dat reizen haar grote passie is. Dat is vast een behandelaar. Zo opgeruimd en zelfverzekerd. Later blijkt ze een alleenstaande moeder van een gehandicapt kindje te zijn die elke avond een fles wijn leegdrinkt.

Een lange magere kerel stoot per ongeluk iemands kop koffie om. Het geeft meteen flinke consternatie wat prettig afleidend is voor iedereen. Behalve voor hem natuurlijk. Hij oogt middelbaar, dus ruim jonger dan ik. Zoals de meesten hier. Er is zelfs een twintiger bij. Gelukkig spot ik ook iemand die ouder lijkt dan mijn kalenderleeftijd.

We zijn met twaalf tel ik wanneer we uitgenodigd worden de zaal binnen te gaan om in een halve kring plaats te nemen. Wat we allemaal braaf doen.

Zonet in de hal was ik nog fijn andere mensen aan het observeren. Tafereeltjes aan het gadeslaan. Mij allerlei gedachten en vooroordelen permitterend. Nu, zittend in die halve kring, word ik overvallen door onzekerheden en gene. Ik kan nauwelijks geloven dat ik deel uitmaak van dit gezelschap.

Lang geleden, tijdens een repetitie daags voor de uitverkochte première van een jeugdvoorstelling, nam de angst bezit van me. Recensenten van landelijke dagbladen zouden met hun scherpe pen aanwezig zijn. Mijn mond werd kurkdroog en ik kon geen woord meer uitbrengen. Een traumatische ervaring. Gelukkig leerde ik die zelfde dag van een vakgenoot dat je met een doormidden gebroken Fisherman’s Friend in je wangzak ten alle tijden speeksel produceert. Reuze handig wanneer je tekst wilt hebben.

Terwijl ik zo goed mogelijk luister naar de anderen neem ik onopgemerkt alvast zo’n halve Fisherman’s Friend. Ik heb er vanmorgen een stuk of tien in mijn broekzak gedaan. Dan krijg ik de beurt. Er valt een stilte. Iedereen kijkt naar me. Ik herken het moment. En ik doe waar ik heer en meester in ben: Ik verlaat mijzelf. Ik verlaat de man op de stoel om op een afstandje toe te kijken.

De man op de stoel blijft met al zijn spanning en kwetsbaarheid moederziel alleen achter. Hij kan alleen nog maar hardop zeggen dat hij zich ontzettend schaamt. Dat hij hier niet wil zijn. Dat hij nog steeds een tienjarig jongetje in zich voelt. Dat hij moet huilen. De halve kring hangt doodstil aan zijn lippen.

Jou heb ik in de gaten, vriend.

Mijn openhartigheid wordt enorm geprezen. ‘Mooi hoe je dat zegt. Dat je dat nu al durft. Geweldig.’ Ik probeer zo bescheiden mogelijk te reageren en denk: ‘De behandelaar zal wel blij zijn met iemand als ik in de groep.’ Wat heel ongepast is. Te meer omdat die behandelaar mij later een blik toewerpt waaruit ik lees: ‘Jou heb ik in de gaten vriend.’

In de trein terug naar huis vraag ik me af welke man op mijn stoel in de kring zat. Door wie werd hij verlaten? Waar blijft die andere dan? Wat heeft de behandelaar wel in de gaten en ik niet? Ben ik per ongeluk het verste weg van huis? Vragen waar ik geen antwoord op heb zonder publiek om me heen.

Ik peins verder en schrik op in Den Bosch. Te laat. Want ik had een station eerder uit moeten stappen.

Mijn vrouw is met de puber op vakantie naar Spanje. Godzijdank ben ik al een week clean. Anders was ik in mijn eentje veel bier gaan drinken. En wijn. Denk ik. Nu lig ik al om acht uur in bed. Om daar verder te denken.

17 februari 2023

Kees van Loenen
(samen met Ine Bimbergen)

Kees leeft nog altijd in herstel.

Lees alle columns! Misschien zijn deze verhalen ook interessant.